Hoogtepunten in Hof Bladelin

Medaillons van de Medici

In 1469 heeft Piero de Medici het beheer van zijn bank overgedragen aan zijn zoon Lorenzo  (Il Magnifico), die in dat jaar trouwde met Clarice Orsini.  Dit huwelijk zou de aanleiding geweest zijn voor Tommaso Portinari (de toenmalige bankdirecteur) om de natuurstenen medaillons met hun portretten in de gevel van het poortgebouw te plaatsen. Als eerste voorbeelden van renaissancekunstwerken zijn ze voor Brugge van uitzonderlijke betekenis. Oorspronkelijk waren deze medaillons gepolychromeerd.

De Medici zaal met balksleutels

Pieter Bladelin koos reeds in 1451 Middelburg als woonplaats en verliet Brugge.  De Florentijnse bankiersfamilie de Medici was erg geïnteresseerd in de Bladelinwoning en richtte er een bankfiliaal in.
De Medici’s behoorden in die tijd tot de belangrijkste bankiers van Europa. 

In mei 1466 verkreeg Piero de Medici het Hof Bladelin in leen en even voor zijn dood besluit Pieter Bladelin om het ook te verkopen.  In 1469 had Piero het beheer van zijn bank overgedragen aan zijn zoon Lorenzo de Medici (il Magnifico), die in dat jaar trouwde met Clarice.

De woonvleugel van Pieter Bladelin werd in deze periode ook verlengd door de Medici met de zaal waar de bank zich situeerde.

Als belangrijke getuigenis van de aanwezigheid van de Medici’s mogen we zeker de prachtige balksleutels in de bankzaal niet vergeten. Aan de ene zijde ziet u het wapen van  Filips de Goede met het halssnoer van de orde van het Gulden Vlies, zijn devies “Monjoye” en het embleem van de Bourgondische hertog : de silexsteen met vuurslagen.

Aan de andere kant vindt u het wapenschild van de Medici met acht bollen en hun devies “Semper” samen met het embleem van de Medici : de drie pauwenveren in een ring en banderolle.

Neoclassicistische kapel

Voor zijn Congregatie liet de Foere in 1833 een neoclassicistische kapel bouwen op de vroegere naaldenmarkt.  De kapel zou geïnspireerd zijn op de Sint-Agnesbasiliek te Rome. De bouwmeester is mogelijk  Franciscus Cools (°1797).

De rechthoekige éénbeukige kapel is overwelfd met een tongewelf bekleed met cassetten, waarin rozetten voor een sterk ritmisch effect zorgen. De rozetten verwijzen naar de roos van Jericho, een beeld dat Maria oproept.  De galerij op klassieke zuilen is afgewerkt met een koperen balustrade, gemaakt door de gelijknamige kleinzoon van Georges Dumery, de klokkengieter van de beiaard.

Schilderijen Romeinse zaal 

Julius II, de grote renaissancepaus, die Bramante opdracht gaf tot de bouw van de Sint-Pietersbasiliek en Michelangelo het plafond van de Sixtijnse kapel liet schilderen, haalde in diezelfde periode ook Rafaël naar Rome. Hij liet hem vier pauselijke vertrekken inrichten : hij wou niet in de vertrekken verblijven van zijn voorganger Alexander VI. Rafaël werkte de eerste twee kamers grotendeels zelf nog af. Na het overlijden van Bramante werd Rafaël ook stadsarchitect en liet hij de laatste twee kamers voornamelijk afwerken door zijn leerlingen.  Terwijl de werken nog bezig waren, overleed Julius II.  Hij werd in 1513  opgevolgd door Leo X : zoon van Lorenzo de Medici. 

Leo X liet Rafael en zijn voornaamste leerling, Giulio Romano het schilderen verder zetten : in de stanza dell’incendio di Borgo dienden ze echter nu taferelen te schilderen, die legendes van de vroegere pausen met de naam Leo uitbeeldden.  Eén van die schilderijen is ook de brandende stad (Brand in de Borgo). De Liber Pontificalis vertelt dat in 847  paus Leo  IV  een brand stopt in de wijk Trastevere die het Vaticaan bedreigde, met het maken van een kruisteken.  Naast dit tafereel zien we ook Aeneas met zijn vader Anchises op zijn rug, die het brandende Troje ontvlucht.

De drie overige schilderijen uit de Romeinse zaal zijn dan weer kopieën van de fresco’s van de Sala di Constantino, de grootste stanza, waar de pausen audiënties hielden :  alle schilderijen in deze zaal handelen over Constantijn de Grote. 

Het grootste schilderij stelt de slag bij de Milviusbrug voor, waar Constantijn de Grote zijn rivaal Maxentius verslaat en zo de eerste christelijke keizer van Rome wordt. De twee andere schilderijen op en naast de schouw stellen enerzijds het visioen van Constantijn voor en anderzijds de doop van Constantijn.

De originele schilderijen in Rome van deze laatste twee taferelen, werden afgewerkt onder het pontificaat van Clemens VII, neef van Lorenzo di Medici.  Je zou dus kunnen stellen dat deze schilderijen hier wel op hun plaats hangen, naast de vroegere bank van de Medici en bij de medaillon van Lorenzo di Medici…

De buitengewoon geslaagde restauratie gebeurde in de periode van 2020 tot 2021. Deze werd uitgevoerd door de firma IPARC in Kampenhout, onder leiding van de heer David Lainé. Dit project werd deskundig geleid door prof. Lieve Watteeuw en dr. Joris Snaet van de
KU Leuven. Dit alles werd gehonoreerd door het Fonds Baillet Latour van de Koning Boudewijnstichting.

Op 6 november 2021 werd het boek: “Het Hof Bladelin in Brugge en de restauratie van de schilderijen in de Romeinse zaal” (Lieve Watteeuw ed.) voorgesteld.

Klik op een miniatuur voor grote foto.

Kamer zuster Gabriëlle Claeys

Dit aangenaam salon in Lodewijk XVIe stijl heeft een aankleding van ca. 1780 : wandbespanning boven sokkellambrisering met schilderijen met strikmotief en kransen voorzien van tafereeltjes aan het water; supraportes met vierkante schilderingen met bloemmotief, marmeren schouw met versierde schouwmantel; deuren met oorspronkelijk hang- en sluitwerk.

Kruisafneming uit de 17e eeuw

Uit de kunstcollectie van E.H. de Foere is een kruisafname bewaard, een uiterst fijn, miniaturistisch uitgewerkte sculptuur in marmer.  Deze gaat terug op het monumentale schilderij dat Frederico Barocci schilderde voor de kapel van San Bernardino in de Dom van Perugia.

Afbeelding3

Schilderij  Aanbidding door de Herders – Jacob Van Oost

“De aanbidding door de herders”, origineel, toegeschreven aan de Brugse schilder Jacob Van Oost, die leefde van 1601 tot 1671. Olieverf op hout geschilderd, afkomstig van het klooster van de Zusters Apostollinen in Brugge.