Naaldenmarkt - Naaldenstraat - Grauwwerkersstraat - Sint-Jacobsstraat

Naaldenstraat 21

Naaldenmarkt

Grauwwerkersstraat 29

Sint-Jacobsstraat 22

De straatnaam “Naaldenstraat” komt voor het eerst voor in een stadsrekening in 1290, naar aanleiding van bestratingswerken (pro calceia in Naeldestrate). Aansluitend was de Naaldenmarkt.
De buurt was populair bij en door de Italianen, toen reeds bekend voor hun fijne stoffen en “modieuze kleding”.

Dit gaaf bewaarde 15de-eeuwse stadspaleis werd gebouwd door Pieter Bladelin (1408 – 1472).
Pieter Bladelin stamde uit een oude familie uit Veurne Ambacht. Sommige van zijn voorouders waren reeds ambtenaren aan het Grafelijk Hof. Vader Bladelin vestigde zich als bokraanverver (stijflinnen) op de “Bursa Brugensis” d.i. het huidige Schouwburgplein. Hij was een rijke en welvarende Brugse poorter.

Zijn zoon, Pieter Bladelin huwde met Margeriete Vanden Vagheviere, die samen met haar broer Jacob, de grondpercelen bezat, waarop Pieter Bladelin zijn “Hof” zou bouwen in 1435.

Pieter Bladelin werd de eerste raadsheer van Hertog Filips de Goede en de algemeen beheerder of “Major Domus” van de hertogelijke bezittingen. Zijn financiële loopbaan was hij begonnen als ontvanger van zijn geboortestad Brugge in 1436. In 1440 werd hij “Tresorier van de Ridderorde van het Gulden Vlies”. Vaak kreeg hij ook diplomatieke opdrachten te behartigen voor de Hertog.

Net als de families van Gruuthuse, de Baenst en Adornes liet hij een rijke woonstede optrekken, met een traptoren als uitstekend statussymbool. Pieter Bladelin was trouwens verwant met Jan de Baenst, die in de Oude Burg het Hof van Sint-Joris oprichtte. De vrouw van Jan de Baenst, Margriete de Fever, was een dochter van de zuster van Pieter Bladelin. Een wederzijdse invloed (of naijver)­ van de wooncultuur van deze families ligt voor de hand.

Wellicht is het huis nr. 21 de oudste deel, dat vermoedelijk er reeds stond toen Pieter Bladelin zijn woonstede of “Hof” er aanbouwde. De nieuwe woning betrof dus het poortgebouw met de huis op de linkerkant tot aan de “Naaldenmarkt”.

In 1472 kwam het pand in handen van de De Medici’s uit Florence die het huis als bankfiliaal in handen gaven van Tommaso Portinari.
In 1480 koopt de Portinari het Hof van Lorenzo De Medici af. Door de dood van Karel de Stoute en de toen ongunstige wisselwerking tussen financiën en politiek, gaat de Portinari bankroet. Hij keert in 1497 naar Italië terug. Daar zal hij vier jaar later sterven, totaal berooid. Tevoren evenwel had hij de gebouwen Bladelin en de Bank de Medici verkocht aan Jacob van Luxemburg, Heer van Fiennes en Ridder van het Gulden Vlies.

Het Hof Bladelin werd aldus opnieuw een herenwoning en kreeg de naam van de eigenaar: Hof van Fiennes. In 1530 verwerft Françoise de Fiennes, zuster van Jacob, het Hof. Zij was gehuwd met Jan van Egmont.

Haar zoon, Jan Lamoral Graaf van Egmont, erft het herenhuis. Door de Hertog van Alva voor de Bloedraad gebracht, en beschuldigd van majesteitsschennis, zal hij, samen met de Graaf Filip van Hoorne, onthoofd worden op de Grote Markt van Brussel op 5 juni 1568. Zijn goederen worden in beslag genomen en in 1571 zal het Hof van Fiennes door de stad Brugge ingericht worden als een “woekerbank” (d.i. de Berg van Barmhartigheid) waar de Spaanse soldaten hun panden konden inruilen.

In 1617 koopt Messire Henri de Vicq, Heer van Meulevelde, het Hof Bladelin, dat hij op 12 december doorverkoopt aan Jacques de le Flye.
Deze laatste staat toe aan de Zusters Karmelietessen, gevestigd in de Oude Zak, om in het Hof de Fiennes te komen wonen in 1632. In 1633 kopen deze slotzusters het pand en bouwen het om tot een slotklooster. Zij zullen er verblijven tot in 1669. In dat jaar waren de bouwwerken van hun nieuw convent in de Ezelstraat voltooid.

De overste van de Karmel verkocht dan het huis in de Naaldenstraat aan Pierre de Southieu. Nadat in 1681 het Hof nogmaals van eigenaar was veranderd, kwam het opnieuw in het bezit van de familie ‘de le Flye’ door erfenis. 

In 1787 wordt het aangekocht door Graaf de Buisseret, gouverneur van West-Vlaanderen; en het wordt bewoond door zijn neef Hendrik Ysenbrandt-Lybaert. Deze laatste was een intieme vriend van Priester Leon de Foere.

In 1816 stichtte deze priester een congregatie van Zusters, onder de naam “Zusters van O.-L.-Vrouw Hemelvaart”. Het doel was: opvoeding en onderwijs aan de volkskinderen van de armste kinderen ( in het toenmalige verpauperde Brugge!) en het aanleren van een kunstambacht, namelijk het kantklossen.  
In 1829 koopt Leon de Foere voor zijn project het “Hof Bladelin” en het “Hôtel Miraumont”.  

Dit laatste pand was gelegen aan de Naaldenmarkt en liep door tot aan de hoek van de St.-Jacobstraat en de Ezelstraat. Het Hôtel Miraumont bevond zich gedeeltelijk op de grond van het gewezen “Schietspel”. Dit hotel werd eerst aangekocht door E.H. de Foere om er de kantschool in te richten. Het Hof Bladelin moest dienen als klooster voor de Zusters. Het huis stond vanaf nu bekend als “het gesticht van Bermhertigheyd”.

De verbindingsas tussen de twee eigendommen werd de nieuw te bouwen kapel. De oude “Naeldenmarkt” bleef immers bestaan tot het einde van de 18de eeuw. De kapel, toegewijd aan O.-L.-Vrouw-Hemelvaart, werd in 1832 op een deel van het marktje gebouwd aansluitend op de Medicizaal. 

Priester Léon de Foere (ultramontaan!) koos bewust voor een laatclassicistische kapel, geïnspireerd door Sant’Agnese in Rome.`De kapel werd gebouwd onder de leiding van architect F. Cools (Brugge) gebouwd. Ze bestaat uit een eenvoudig baksteenbouw onder leien zadeldak met kleine dakruiter; halfronde vensters met ijzeren harnas in de voorts onversierde zijgevels.

Priester Leon de Foere was niet de eerste, de beste. Hij was bijzonder sociaal en politiek actief.
Hij was ook een drijvende kracht achter de onafhankelijkheid van België. Met de oprichting van de Belgische Staat in 1830, werd hij lid van het Nationaal Congres. Hij was ook betrokken bij het zoeken naar de nieuwe koning. Verschillende gesprekken hieromtent hadden immers bij hem plaats in de Romeinse zaal van het Hof Bladelin. Samen met enkele anderen, was hij afgezant naar Londen om de Kroon aan te bieden aan Leopold I. Als toenmalig rector van het “Engels klooster” nam hij een zekere Jules Van Praet mee als tolk “Engels”. Leopold aanvaardde de kroon en stelde ‘de tolk’ meteen aan als zijn eerste kabinetschef. Priester de Foere was ook aanwezig bij de officiële ontvangst van Leopold I in De Panne op 17 juli1831.

Priester de Foere was tevens een groot kunstliefhebber  en -verzamelaar. Hij is ook verantwoordelijk voor de huidige inrichting van de ‘Romeinse zaal’.

In 1948 werd de kantschool gesloopt om plaats te maken voor een rustoord. Mgr. EmieI Jozef De Smedt, 24e bisschop van Brugge (1952 – 1984) en een belangrijke actant tijdens het tweede Vaticaan Concilie (1962 -1965) bracht in het Hof Bladelin bij de zusters zjn laatste levensjaren door. Hij overleed er op 1 oktober 1995.

Naaldenstraat 17, de assistentieflats “OLV Hemelvaart en Hof Bladelin”

In 2000 werd dit rustoord vervangen door de huidige assistentieflats, uitgebaat door de VZW Curando O.L.V. van 7 weeën Ruiselede, Naaldenstaat nr. 17.

De “Naaldenmarkt” is de ingang voor de publiek toegankelijke delen van het Hof Bladelin en voor de kapel O.L. V. Hemelvaart.

Naaldenstraat 19 is de poort van de woonstede van Pieter Bladelin.

Afbeelding1

Boven de poort letten we op de beeldnis. In de rijk versierde neogotische nis onder baldakijn zien we een afbeelding van Pieter Bladelin, knielend voor de tronende Madonna. Zijn wapenschild siert de sokkel. Het tapijt op de achtergrond verwijst naar het rijke verleden van Vlaanderen. Deze verfijnde beeldnis werd in 1893 uitgevoerd door P. De Wispelaere. Stadsarchitect Louis Delacenserie leidde de werken. De polychromie werd vernieuwd in 1987. 

Naaldenstrat 21, private ingang

IMG_2996
clip_image001
clip_image006

Het huisnummer “Naaldenstraat nr. 21” in thans het officiële adres van de VZW “Gesticht de Foere” van de Congregatie O.L.V. van 7 Weeën Ruiselede, eigenares van het gehele complex “Hof Bladelin”. Het is tevens de private inkom van het huidige kloosterhuis en van de andere medebewoners.

Grauwwerkerstraat 29 – klooster tuin OLV Hemelvaart – Retro Bike Tours Brugge
De grote kloostertuin “OLV Hemelvaart” heeft ook een poort in de grauwwerkersstraat nr. 29.
Deze tuin is privaat. De poort is de toegang voor “ Retro Bike Tours Brugge”.

IMG_3003
image6
image8
banner-mission

De Congregatie van O.L.V. van 7 Weeën Ruiselede, blijft in de hele “woonstede”  ‘de Foere’s’ gedachtenis in ere houden door de verschillende functies die zij thans in het Hof Bladelin onderbrengt en de uitstraling die van hieruit mag geschieden, zowel historisch, artistiek als spiritueel. Voor de bewoners is het een oase van kalmte en rust in het hart van de stad Brugge.

Breng gerust een bezoekje: ALTIJD WELKOM !