Auteur: Wim Vandewiele
Geschiedenis & Congregatie
Geschiedenis & Congregatie
- Historiek
- De Congregatie
- Publicaties
Brugge, handelsdraaischijf van Europa
Laten we teruggaan naar 1134, toen een stormvloed onze kustlijn ingrijpend veranderde. De Zeelandse kreken werden breder en de Zwingeul, een nieuwe vaargeul, reikte tot Damme. Door een kanaal tussen Damme en Brugge aan te leggen, werd er een verbinding met de Noordzee gecreëerd. Aan het einde van de 13e eeuw werd Brugge een echte zeehaven met dagelijks wel 500 aan- en afvarende schepen. Het groeide uit tot de grootste handelsdraaischijf van Europa, waar kooplieden van het hele continent elkaar ontmoetten. Wat volgde, waren drie gouden eeuwen van bloeiende handel, die de regio rijkdom en aanzien gaf.

Pieter Bladelin
Ook het hertogdom Bourgondië merkte dit op. In 1369 trouwde hertog Filips de Stoute met Margaretha van Male, erfgename van graaf Lodewijk van Male van Vlaanderen. Vlaanderen en Bourgondië waren meteen verenigd! Filips de Goede, hun kleinzoon, regeerde over Vlaanderen van 1419 tot 1467. Pieter Bladelin (1408–1472) werd hofmeester in zijn gevolg en vanaf 1447 schatbewaarder van de Orde van het Gulden Vlies, opgericht door Filips de Goede in 1430.
Dankzij zijn blitzcarrière aan het Bourgondische hof en huwelijk met de rijke Margaretha van de Vagheviere, kon Pieter genoeg geld verzamelen om een stadspaleis met toren te bouwen. Hof Bladelin, zoals het nu heet, verrees vlakbij het Prinsenhof, waar vele graven en hertogen verbleven. De eerste bouwfase van het paleis vond plaats tussen 1438 en 1441. Het bestond uit drie verdiepingen, met op de begane grond een grote zaal, de latere ‘Romeinse Zaal’, en een aangrenzende traptoren.
Bladelin werkte ondertussen aan een ander prestigieus project. Ten noordoosten van Brugge kocht hij grote stukken grond en stichtte de heerlijkheid Middelburg. Hij liet deze uitbouwen tot een stad met een kasteel, kerk, een ruim aantal woningen, een gasthuis, een school en een kanaal dat verbinding bood met de rivier de Lieve, Gent, Damme en de Noordzee. Uiteindelijk verhuisde Bladelin naar zijn nieuwe stad en werd Hof Bladelin in Brugge verkocht.
Familie de’ Medici
De rijke Florentijnse bankiersfamilie de’ Medici, die in zowat heel Europa bankfilialen had, was ook in Brugge actief. Piero de’ Medici huurde aanvankelijk het stadspaleis van Pieter Bladelin, tot het in 1472 in het bezit kwam van Piero’s zoon Lorenzo de’ Medici die er Tommaso Portinari aanstelde als filiaalbeheerder. Die laatste verwierf het gebouwencomplex in 1480.
Tommaso Portinari
Tommaso werd raadsheer van Filips de Goede en diens zoon Karel de Stoute. Hij leende grote bedragen aan hen en aan Maximiliaan van Oostenrijk om hun oorlogen te financieren. Na de dood van Karel de Stoute in de Slag bij Nancy en de opstand in Brugge tegen Maximiliaans belastingdruk, werd Portinari beschuldigd van wanbeheer. Hierdoor moest hij Brugge verlaten. In 1497 verkocht hij zijn stadspaleis aan Jacques II van Luxemburg en keerde terug naar Italië.
Toen het stadspaleis in het bezit was van de’ Medici’s en later van Tommaso Portinari, werd het uitgebreid met een nieuwe ingangsvleugel. Dit omvatte een kleinere zaal met een verdieping en een zolder. Aan de straatzijde werd een nieuwe ingangsvleugel met twee bogen toegevoegd. De eerste verdieping boven de grote zaal werd opengewerkt tot een galerij.
Jacques II van Luxemburg
Jacques II van Luxemburg, ridder van de Orde van het Gulden Vlies en heer van Fiennes – een baronie gelegen tussen Calais, Boulogne en Saint-Omer – werd de nieuwe eigenaar. Zijn zoon, Jacques III, bleef kinderloos, waardoor het stadpaleis in 1530 in handen kwam van diens zus Françoise, weduwe van Jan van Egmont. Het Hof Bladelin bleef in het bezit van de Egmonts tot in de 17e eeuw. Het is echter niet duidelijk hoe en wanneer het gebouwencomplex in deze periode precies werd uitgebreid.

Lamoraal van Egmont
De zoon van Jan van Egmont en Françoise – Lamoraal, graaf van Egmont – werd voor zijn inzet en trouw door keizer Karel tot ridder van het Gulden Vlies geslagen. Samen met de graaf van Horne werd hij echter op aansturen van de hertog van Alva in Brussel ter dood veroordeeld wegens hoogverraad en majesteitsschennis. In 1568 werden ze op de Grote Markt van Brussel onthoofd. Het betekende het begin van de Nederlandse Opstand en van de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjaarden.
Jean de le Flye – Slotklooster Karmelietessen
In 1617 kocht Jean de le Flye het stadspaleis en hij gaf er in 1632 onderdak aan de Ongeschoeide Karmelietessen. Ze kochten het aan en bleven er tot 1669. Het complex veranderde weer van eigenaar en via Pieter Soutieu, oprichter van een van de godshuizen in Brugge, kwam het stadspaleis opnieuw in handen van de familie de le Flye (1743). Omstreeks die periode werd de symmetrische, Italiaans aandoende binnentuin afgesloten met een nieuwe vleugel, die de afscheiding vormde van de binnentuin en de vandaag nog aanwezige grote tuin met boomgaard, achteraan in het complex.

Leo de Foere - zustercongregatie Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart
In 1787 kwam het pand in handen van Jean-Albert de Buisseret, de gouverneur van Vlaanderen. Hij schonk het samen met het aanpalende Hof Miraumont aan zijn neef Hendrik Ysenbrandt-Lybaert, een goede vriend van priester Leo de Foere. Die laatste was onderpastoor geweest in de arme Brugse wijk Sint-Anna en zette zich in om de noden van de bewoners te verlichten.
In het Hof Miraumont richtte De Foere een kantschool op voor de arme meisjes, bekend als de ‘spellewerkschool’ of ‘de Foersche Schole’. Om de school te leiden, stichtte hij in 1816 de congregatie van de zusters van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart. In 1829 kocht hij voor hen het Hof Bladelin, dat als klooster diende. Een jaar later begon hij met de bouw van een laatclassicistische kapel op de toenmalige Naaldenmarkt. Het Hof Bladelin stond bekend als het ‘Gesticht van Bermhertigheyd’. De Foere verdeelde de grote zaal op de benedenverdieping en richtte de Romeinse Zaal in met kopieën van Rafaëls fresco’s in het Vaticaan. Kunst was belangrijk voor hem, en hij installeerde een uitgebreid kunstkabinet in het Hof Bladelin.
Onderwijs en seniorenzorg; Gesticht van bermhertigheyd
De congregatie van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart begon in 1816 met zeven zusters en groeide snel. In 1850 telden ze al vierentwintig leden en na een fusie met de zusters apostolinnen in 1954, nam hun aantal verder toe. Van 1820 tot 1883 runden ze de Meisjesstedeschool voor arme weesmeisjes. Het huis stond toen bekend over de naam “Gesticht van bermhertigheyd”. Door het dalende aantal leerlingen sloot de kantklosschool in 1952. De congregatie richtte zich toen meer op seniorenzorg. Het hof Miraumont werd in 1948-49 afgebroken voor een “seniorie”. De kleiner geworden congregatie ging in 1964 op in de Congregatie Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede. Vanaf 1966 werd het middeleeuws gedeelte van Hof Bladelin enig sinds verbouwd en gerestaureerd. In 2002 werd de ‘seniorie’ opnieuw vervangen door de huidige assistentieflats, uitgebaat door de VZW Curando, een apostolisch werk van de zusters.

Hof Bladelin Vandaag
Begin 2020 verlieten de laatste twee religieuzen Hof Bladelin. De vzw Gesticht De Foere van de congregatie beheert nu verder het Hof Bladelin.
De assistentieflats uitgebaat door de vzw Curando bieden een warme thuis aan de bewoners.
Het middeleeuws gedeelte kreeg onder impuls van de algemeen overste, zuster Chrtianne Decraene en de directeur van de Congregatie Kannunik Patrick Degrieck, tevens voorzitter van de VZW Gesticht deFoere, een hedendaagde invuling.
Een gedeelte werd verbouwd tot een hedendaags kloosterhuis, waar thans buitenlandse zusters wonen. Een deel blijft privé.
De oudste zalen worden opengesteld voor het publiek, met dank aan de vrijwilligers die dat mogelijk maken.
Congregatie Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede
In 1816 richtte priester Leo de Foere in het Hof Miraumont, gelegen naast het Hof Bladelin, een kantschool op. Om die te leiden, stichtte hij een nieuwe kloostergemeenschap: de zusters van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart. Tegen 1829 nam de kantschool het hele Hof Miraumont in, terwijl de zustercongregatie zich vestigde in het Hof Bladelin.
De Congregatie van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart begon in 1816 met zeven zusters en groeide snel. Van 1820 tot de sluiting in 1883 bestuurde de congregatie de Meisjesstedeschool voor arme weesmeisjes aan de Nieuwe Gentweg in Brugge. Vijf zusters verhuisden vanuit het moederklooster naar deze locatie en vormden een kleine communiteit met een eigen overste. In 1884 verhuisden ze naar de Paalstraat en namen daar de leiding over de meisjesschool School Louisa-Maria. Deze school groeide uit tot de secundaire afdeling Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart, geleid door zuster Gabriëlle Claeys van 1945 tot 1981. In 1962 verhuisde het instituut naar Sint-Andries-Brugge en trad in 1979 toe tot de scholengroep Sint-Lodewijk Brugge.
Door de afname van intredes in kloosters in de tweede helft van de vorige eeuw, vonden er verschillende reorganisaties plaats binnen zustercongregaties. De congregatie van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart sloot zich in 1954 aan bij de zusters Apostolinnen van Brugge. In 1964 fuseerde deze groep met de grotere congregatie van de zusters Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede. Deze congregatie had, net als de anderen, een traditie van onderwijs voor kansarme kinderen en bejaardenzorg. Sindsdien vormen de zusters van het Hof Bladelin een communiteit van de congregatie Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede.
Voor de geschiedenis van de congregatie Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede moeten we even terug naar 1688. Ignatius De Plancke, de lokale pastoor, stichtte er samen met Elisabeth Van Hulle een eerste kleine gemeenschap, de ‘Verghaederinghe van Gheestelycke Dochters’, die zich toelegde op het spinnen. Het zogeheten Spinhuis legde meteen ook de basis voor de grote apostolaatswerken: christelijke opvoeding en onderwijs, zieken- en bejaardenzorg.
In 1799, tijdens de Franse overheersing, moesten de overste en 27 medezusters het klooster verlaten. Ze mochten niet meer samenwonen, maar bleven in contact en werkten voor de gemeenschap. Het spinhuis stond te koop en huisvestte een bataljon soldaten.




Het Concordaat van 1801 tussen paus Pius VII en Napoleon bracht hoop. In 1803 kon Catharina ’t Kindt het grootste deel van het Spinhuis terugkopen en trok er iets later met zes medezusters in. Ze installeerden naast spinnenwielen ook weefgetouwen voor hun levensonderhoud en om de armen te helpen.
In 1835 werd de regel van de zusters goedgekeurd en een jaar later was de congregatie bij koninklijk besluit een rechtspersoonlijkheid. Onder impuls van pastoor Carolus Doom, geestelijk directeur van de zusters, werd het oude Spinhuis verbouwd en uitgebreid. De zusters kozen voor de professie en op 21 november 1844 legden ze de drie geloften af en namen ze een kloosternaam aan. Na een proeftijd van twee jaar werd de congregatie in 1846 definitief erkend.
Na de grote fusie in 1964, waarbij ook de congregaties van de zusters toegewijd aan Vincentius a Paulo toetreden, richtte de congregatie zich in Hof Bladelin op bejaardenzorg. In 1949 werd het Hof Miraumont vervangen door een nieuwbouw als rusthuis. Het Hof Bladelin werd grondig gerestaureerd en de etages werden omgebouwd tot seniorenappartementen. In het overige deel van het historische pand bleven de zusters wonen.
In 1997 lieten de zusters het bejaardentehuis en de seniorenflats uit 1949 afbreken vanwege de onaangepaste infrastructuur. De bewoners verhuisden naar het nieuwe woonzorgcentrum Herdershove in Sint-Pieters-Brugge. Op de oude locatie tussen de Naaldenstraat en de Sint-Jakobsstraat bouwde de congregatie 31 moderne serviceflats, die in oktober 2002 openden. Deze residentie, Hof Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart en Hof Bladelin, wordt beheerd door vzw Curando, die zich expliciet laat inspireren door de spiritualiteit van de zusters.
Terwijl zuster Christianne De Craene, algemeen overste, en kanunnik Patrick Degrieck, algemeen directeur, de aanzet gaven tot de ontsluiting van het historische pand, nam de Congregatie Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën in 2023 het initiatief om het Hof Bladelin verder te laten functioneren als kloosterhuis.
Zusters van het Onbevlekt Hart van Maria van Kongolo
De Congregatie Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede leidde vanaf 1962 een missiepost in Mufunga, gelegen in het bisdom Kongolo in Katanga, Democratische Republiek Congo. In 2003 werd de missiepost overgedragen aan de plaatselijke congregatie van de zusters van Kongolo. Twintig jaar later kondigden zuster Christianne, algemeen overste van de Congregatie Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede, en zuster Clémentine, algemeen overste van de Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria van Kongolo (CimKo), aan dat er drie zusters van Kongolo naar Brugge zouden komen.
Sindsdien vormen de drie zusters een gemeenschap in het Hof Bladelin, waarmee de traditie van het kloosterhuis wordt voortgezet. Ze hebben de eerste verdieping boven de historische zalen tot hun beschikking, en op de tweede verdieping komt een moderne kloosterwoning. De Spaanse vleugel, een uitbreiding uit de tijd van Françoise van Egmont, blijft voor intern gebruik gereserveerd. De Congolese zusters, gehuisvest in Hof Bladelin, vallen onder hun eigen bisschop van Kongolo. Dankzij het werk van vzw Curando Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede hebben zij een baan en inkomen, waarmee ze hun medezusters in Kongolo steunen.
Dit initiatief is mogelijk gemaakt door de samenwerking in de geest van de congregatie, met bijzondere dank aan de vzw Vrienden van Mufunga en speciaal aan de voorzitter, Ignaas Buyck, wiens contacten met de zusters van Kongolo cruciaal waren.
Leerstoel Priester Léon de Foere
In 2018 stelde de Congregatie Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede de Leerstoel Priester Léon de Foere in aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven. Dit initiatief kwam van algemeen overste, zuster Christianne De Craene, en algemeen directeur, kanunnik Patrick Degrieck. Prof. dr. Wim Vandewiele is de huidige titularis.
De leerstoel richt zich op wetenschappelijk onderwijs en onderzoek om de religieuze en spirituele erfenis van de congregatie te bewaren en bevorderen. Er is speciale aandacht voor armoede, de samenleving, de toekomst van religieuze gemeenschappen en apostolische werken. Het doel is te onderzoeken hoe zowel klassieke als nieuwe vormen van religieus leven kunnen bijdragen aan vitale, innovatieve en duurzame toekomstperspectieven voor het religieuze gemeenschapsleven en de apostolische werken.
Bijzondere aandacht gaat naar de sociale leer van de rooms-katholieke kerk en de christelijke zorg voor zorgvragers en werknemers in apostolische werken. Door de band tussen de zusters van Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede en het bisdom Brugge, kan samenwerking met het opleidings- en vormingshuis van het bisdom gezocht worden.
De leerstoel wil daarnaast, vanuit een opbouwende en kritische houding, kerkelijke en maatschappelijke thema’s agenderen, verbreden en verdiepen. Dit gebeurt via vormingssessies en (twee)jaarlijkse publicaties in de nieuwe reeks De Spectateur (zie ‘Publicaties’).
Bladelin Academy
De Bladelin Academy, een initiatief van de Congregatie Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede, organiseert in het Historical House Hof Bladelin academische evenementen over kerk, geloof en samenleving. Ze maken complexe thema’s toegankelijk voor het publiek en richten zich op kerkelijke dienstbaarheid, lekenengagement, christelijke inspiratie in de zorgsector en de joods-christelijke dialoog.
De Bladelin Academy is een samenwerkingsverband tussen de zusters van de Congregatie Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede, de Leerstoel Priester Léon de Foere (KU Leuven), vzw Curando en prof. dr. Wim Decock, verbonden aan de UC Louvain.
Werkgroep Priester Leon de Foeres Geest
Deze werkgroep zet zich samen met jonge muzikanten in om jaarlijks op 17 oktober, de Werelddag van Verzet tegen Armoede, een concert aan te bieden ten voordele van armoede in Brugge. Ze schenken de inkomsten integraal aan het vicariaat van de diakonie van het bisdom.
Het Hof Bladelin in Brugge en de restauratie van de schilderijen in de Romeinse Zaal
Auteur: Lieve Watteeuw
Toekomst van het religieuze leven en de apostolische werken
Auteur: Wim Vandewiele
Paus Franciscus. De conservatieve revolutionair
Auteur: Emmanuel Van Lierde
Van maakbare naar raakbare zorg. Over inspiratie en organisatie
Auteurs: Hendrik Devriendt, Dirk Lips, Dirk Notte, Emmanuel Van Lierde